De bevoegdheden en taken van de Koninklijke Marechaussee staan vermeld in de Politiewet. De Marechaussee heeft dezelfde bevoegdheden als een opsporingsambtenaar van de politie, zoals vermeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering.
Marechaussees mogen het volgende doen:
- identiteitscontrole;
- aanhouden en staandehouden;
- harder rijden in het verkeer;
- met signaallicht en sirene rijden;
- geweld gebruiken;
- onderzoek verrichten in een woning met een huiszoekingsbevel;
- telefoon tappen;
- personen observeren.
Strenge regels rond bevoegdheid
Deze bevoegdheden zijn aan zeer strenge regels gebonden. Sommige bevoegdheden mag de Marechaussee zelf toepassen. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.